Menu

Het grote voordeel is dat we op deze manier beter inzicht krijgen in wat er gebeurt in de grond.

Maarten Breg

Het afgelopen voorjaar staat te boek als uitgesproken droog. Maar hoe droog is het precies geweest en hoe kan een teler zijn gewas het beste beregenen? Met de juiste apparatuur is de droogte exact te meten en is het optimale watergift te berekenen, want ook hier geldt ‘meten is weten’.

Kwekers hoeven geen meteoroloog te zijn om extreme droogte of een neerslagoverschot vast te stellen. Met een schep en een dosis gezond verstand komt hij al een heel eind, maar het blijft natte vingerwerk. Toch kan het zinvol zijn om heel precies na te gaan hoeveel bodemvocht er is. Dat maakt immers een nauwkeuriger beregening mogelijk.

Tulpenteler Maarten Breg van Boon & Breg uit Andijk heeft het zelf ondervonden. Sinds een jaar of vijf gebruikt hij meetapparatuur om de hoeveelheid bodemvocht te meten.

“Het grote voordeel is dat we op deze manier beter inzicht krijgen in wat er gebeurt in de grond. Je kunt wel een schep of een stok in de grond steken, maar dat is niet nauwkeurig.”

Boon & Breg heeft gekozen voor apparatuur van Dacom uit Emmen. Dit bedrijf heeft veel ervaring met bodemvochtmetingen opgedaan in de akkerbouw. In totaal beschikt Boon & Breg over zes meetstations. Per perceel gebruiken ze er een. Elk station bestaat uit twee delen: een paal met een zender en een paal met sensoren. De paal met sensoren wordt zo’n 60 centimeter in de grond gebracht. Om de 10 centimeter zitten sensoren die het bodemvocht registreren. Deze sensor is met een snoer verbonden met de zender op een paal. Bij deze zender zit ook een neerslagmeter. De zender staat in verbinding met de computer op het bedrijf.

Een teler kan op de pc in een grafiek zien hoeveel neerslag is gevallen in een bepaald tijdsbestek. Tevens kan hij zien tot welke diepte het vocht in dat tijdsbestek doordringt. Uit de grafiek is af te leiden in welke laag het meeste vocht wordt opgenomen. Dat is de laag met de dichtste beworteling. Als de wortels niet meer water kunnen opnemen, blijkt uit de grafiek dat de diepere sensoren meer vocht waarnemen.

Maarten Breg en Altjo Medema bespreken de TerraSen.
Beregenen

Het toegenomen inzicht in de vochtigheid van de bodem heeft de manier van werken veranderd, zegt Breg. “Je gaat er anders door beregenen. Vroeger voelde je aan de grond. Tegenwoordig leg je 20 millimeter beregening neer, of 10 als de grond niet meer aankan. Dat is met de apparatuur goed te beoordelen. Dan blijkt dat je bijvoorbeeld beter 2 keer 10 millimeter kunt beregenen in plaats van 20 millimeter in een keer. Als je geen vochtopname door het gewas hebt, ben je voor niets aan het beregenen. Dan spoel je alleen mineralen weg. Je moet zo beregenen dat er geen water verloren gaat naar onderliggende lagen.”

Behalve de hoeveelheid vocht, kan Breg uit de gegevens ook aflezen hoeveel vocht het gewas kan verdampen. Het programma van Dacom voegt die gegevens toe en kan een voorspelling maken. En juist dat, vindt Breg waardevol.

“Want het maakt mij eigenlijk ook niet uit hoe vochtig de grond is. Het gaat mij erom wat het gewas er mee kan.”

Het systeem is vanaf elke plek op aarde af te lezen. Aangezien Boon & Breg telen in de Flevopolder en Chili is dat een groot pluspunt. “We zitten op afstand en daardoor is het moeilijk om gevoel bij het gewas te krijgen. Nu kun je zien wat er gebeurt.”

Omdat de gegevens centraal worden opgeslagen, kan Dacom via de computer meekijken met zijn klanten. Dat is een belangrijk voordeel, zegt Altjo Medema van Dacom. “Zeker in het begin heeft de teler vragen over de manier waarop ze een grafiek moeten interpreteren. Dat vind ik prima. Ze kunnen het beter honderd keer vragen dan dat de apparatuur na een jaar niet meer gebruiken omdat ze niet weten hoe het werkt.”

“We kunnen in Andijk inloggen en kijken hoeveel regen is gevallen in de Flevopolder. Dat is handig als je er naar toe wilt. Als je via dit systeem ziet dat er veel regen is gevallen, weet je dat je op het land niets kunt doen en dus beter kunt thuisblijven.”

Boon & Breg gebruikt een station per perceel van vijf tot tien bunder. In principe is dat voldoende, maar Breg denkt dat daar nog verbetering mogelijk is. “Een nadeel is dat je in de bollenteelt veel verschillende producten hebt. Al die partijen verschillen in wateropname en beworteling. Ik zou liever vijf meetpunten in een perceel stoppen.” Medema sluit niet uit dat in de toekomst meerdere meetsensoren op dezelfde zender kunnen werken, zoals Breg voorstelt. De techniek daarvoor bestaat al. Een set met een sensor en een zendstation kost 2200 euro. Best een investering, erkent Medema. “Maar toen ik acht jaar geleden begon kostte een station nog 3500 euro. Het bedrag is bijna gehalveerd omdat de componenten goedkoper zijn geworden. Het materiaal komt zo voor meer ondernemers binnen bereik.”

De TerraSen in het veld.

Medema verwacht dat de toepassingen in de toekomst verder zullen toenemen. Het bedrijf werkt bijvoorbeeld aan een vereenvoudigde toepassing van het computerprogramma, zodat dat ook op tablet of smartphone is te gebruiken. Ook zijn de stations inmiddels als kant-en-klaar pakket te verzenden, waardoor geen kosten voor installatie nodig zijn.

Breg kan moeilijk inschatten wanneer de set zichzelf heeft terugverdiend. “Het is lastig te herleiden. Het belangrijkste is dat je op tijd begint met beregenen. Dat kan met deze apparatuur. Dan kun je de kosten aan het eind van het seizoen terugverdienen. Als je elke keer net een paar dagen te laat begint met beregenen, heb je op het eind minder opbrengst.”