Menu

Boerenverstand niet langer genoeg om phytophthora de baas te blijven

Niels van der Boom

Nieuwe phytophthora-stammen volgen elkaar in rap tempo op. Ze zijn agressief en soms resistent tegen veelgebruikte werkzame stoffen. In jaren met een hoge ziektedruk, zoals ook 2024, is de situatie uitdagend. Beslissing Ondersteunende Systemen (BOS) helpen aardappeltelers het beste spuitmoment uit te kienen. Is de ziektedruk juist laag, dan kunnen ze potentieel (veel) geld uitsparen, weet WUR-onderzoeker Geert Kessel. Hij onderzoekt al jaren de phytophthora-schimmel en de rol die BOS-systemen daarbij spelen.

BOS-systemen bestaan al zeker dertig jaar. Toch wil Geert Kessel zeker niet spreken van gemeengoed onder aardappeltelers. “Teeltadviseurs maken er heel veel gebruik van, maar akkerbouwers echt nog niet allemaal. Vooral de oudere generatie is nog minder digitaal. Ze pakken het spuitboekje erbij en vertrouwen op hun zevendaags spuitschema voor de phytophthora-bestrijding in aardappelen. Dat is niet altijd even veilig. Je ziet dat jongeren het sneller oppakken, zeker met de komst van apps.”

Selectiedruk
Zomer van 2023 leverde een uitzonderlijk hoge phytophthoradruk op in aardappelgewassen. Een combinatie van gunstige weersomstandigheden en nieuwe stammen met een resistentie tegen o.a. het middel Revus (mandipropamid) en Zorvec (oxathiapiproline) hebben er mede voor gezorgd dat ook seizoen 2024 al vroeg met een hoge ziektedruk is gestart. De spelregels worden door phytophthora herschreven. De sector dient daarop te anticiperen. “Had je drie jaar geleden een resistentie tegen Revus voorspeld, dan was je voor gek verklaard”, zegt Kessel. “Door met een smal pakket aan werkzame stoffen te werken oefenen we selectiedruk uit op phytophthora-stammen. Dat creëert resistenties. Nieuwe mutaties hoeven niet altijd extra agressiviteit op te leveren. Toch zien we, door de bank genomen, dat de levenscyclus steeds korter wordt. Het moment waartussen sporen landen op het blad en waarop de infectie plaatsvindt is gereduceerd naar 2 tot 5 dagen.”

‘Denken vanuit de schimmel’
Er zijn 2 belangrijke redenen om met een BOS-systeem te werken. Wat het systeem doet is inzichtelijk maken hoe phytophthora op de komende weersomstandigheden reageert. Dat kan grofweg op 2 manieren, schetst Kessel. “Alle systemen kijken naar de afgelopen weerdata en de verwachting om een potentieel infectiemoment aan te wijzen. Het ene systeem legt meer gewicht bij de beschermingsduur van de middelen die je hebt gebruikt. Het andere systeem geeft meer gewicht aan de infectiecyclus van het pathogeen. Door als het ware te denken vanuit het pathogeen kun je beter voorspellen waar en wanneer phytophthora toeslaat.” Ook het systeem CropX werkt volgens deze methode. Dacom-oprichter Jan Hadders was in de jaren 80 een van de voorlopers op het gebied van BOS-systemen. Het blijft nog altijd een belangrijk product voor het bedrijf, dat in 2021 door CropX is overgenomen.

Niet vertrouwen op boerenverstand
De systemen van tien of twintig jaar geleden zijn niet te vergelijken met de huidige, merkt ook de WUR-onderzoeker op. “Veel telers hebben er wel eens mee gewerkt maar liepen soms vast”. Dan wordt het snel aan de kant gezet en vertrouwd men op het boerenverstand. Omdat phytophthora zich nu zo snel ontwikkeld kunnen we ons dat niet langer veroorloven. Dat geldt ook voor het spuiten in blokkenschema’s. Keerzijde is dat we nu meer werkzame stoffen uitbrengen en dat staat dwars op het politiek beleid. Belangrijk is om met werkzame stoffen af te wisselen zodat een natuurlijke selectie, en daarmee het risico op resistentie, niet de kans krijgt.”

Geld besparen
Kun je blindvaren op het advies van het systeem? Kessel benadrukt dat je als teler altijd zelf na moet denken. “Het helpt je de timing van je bespuitingen te verbeteren en is daarmee 1 van de maatregelen die je kunt nemen. Is de ziektedrukte laag, dan kun je het interval met hulp van een BOS-systeem oprekken. Praktijkonderzoek door de WUR heeft aangetoond dat je al snel 2 tot 3 bespuitingen per seizoen uit kunt sparen. Ook daar zit de winst, zelfs bij weinig hectares, want de kosten bedragen tegenwoordig al snel 90 euro per hectare, per bespuiting” De theorie van het systeem en de praktijk kunnen ook verschillen. “Is de luchtvochtigheid gedurende een uur 1% hoger, dan reageert het BOS-systeem daar al op. In de praktijk is het nog geen reden om actie te ondernemen. Sommige systemen adviseren simpelweg wel of niet spuiten. Wat CropX goed doet is dat hun BOS de tussenklasse ‘overwegen te spuiten’ kent. Als teler kun je dan zelf beslissen.”

Laat je niet verrassen
In de praktijk merkt Kessel dat de loofontwikkeling vaak wordt onderschat. “Als teler denk je misschien; ‘ik heb 2 of 3 dagen geleden nog gespoten’, maar dat is in een groeizame periode valse zekerheid. Sommige middelen bieden deels bescherming op nieuw blad. Een BOS-systeem kijkt wel naar de hoeveelheid onbeschermd blad en ziet zo dingen die je als teler misschien niet ziet. Anderzijds; als teler of adviseur weet je misschien dat er phytophthora-haarden in de buurt zijn. Die ziet het systeem dan weer niet.”

Komst van AI
Met de razendsnelle opkomst van AI (kunstmatige intelligentie) ziet Kessel ook voor BOS-systemen nieuwe kansen. “De huidige systemen zijn gebaseerd op procesmodellen. AI kan helpen om de verschillende infectiestappen te moduleren. Leg je daar allerlei datalagen overheen dan maak je het systeem betrouwbaarder en zelflerend.” Ook moet de analyse van nieuwe mutaties sneller volgens de phytophthora-expert. Binnen het Europees programma Euroblight (waar Kessel nauw bij betrokken is) wordt veel gemonitord, maar het analyseren verloopt traag. “In het ideale scenario wordt de ene dag een infectie geregistreerd en de dag erop geanalyseerd en gerapporteerd. Zo hoeven telers geen middelen te spuiten die niet meer werken. Met hulp van AI kan een enorme hoeveelheid complexe data in het BOS-systeem worden gestopt, zonder dat de teler daar iets van merkt. Alleen zijn advisering verbetert. We gaan steeds verder naar een geïntegreerde gewasbescherming toe met resistente en tolerante rassen, laag-impact middelen en een lage milieubelasting. Wanneer BOS-systemen al deze zaken combineren en op het juiste moment adviseren verbeteren we de gewasbescherming.”

Wil je meer weten over het ziektemanagementsysteem van CropX? Neem dan vrijblijvend contact op via service@cropx.com voor een proefabonnement en deskundig advies.

Over Geert Kessel
Geert Kessel studeerde plantenziektekunde in Wageningen en is daar sinds 1999 werkzaam als onderzoeker. Hij specialiseert zich in geïntegreerde gewasbescherming, de bestrijding van phytophthora en de ontwikkeling en inzet van beslissing ondersteunende systemen.